Maak van het wakker worden een ritueel (dat kan wel per gezinslid verschillen). Heb je zelf moeite om op te staan: zet de wekker, stel hem zo in dat hij na 5 of 10 minuten nog een keer gaat. Heb je even de rust en stilte nodig na het op staan, zet dan de wekker vroeger dan de rest van het gezin. Deze voor jou broodnodige rust maakt dat je daarna de ochtend beter aan kan.
Voor de kinderen die moeite hebben met opstaan: geef je kind zelf een wekker, zet hem samen aan. Spreek vervolgens af dat je bijvoorbeeld 5 minuten na de wekker je kind roept en dat het dan opstaat. Geef een complimentje als dat lukt: “Hé fijn, daar ben je, goeiemorgen!”
In de ochtend moeten er een aantal zaken gebeuren: aankleden, wassen, ontbijten. Maak van de volgorde van deze activiteiten een gewoonte, dan hoeven jij en je kind daarover niet meer na te denken. Dat scheelt tijd en energie!
Laat je kind meedenken: hoeveel tijd hebben we nog? Hebben we alles mee? Heb je je tanden gepoetst?
Laat je kind meebeslissen over wie wat doet de volgende dag en verdeel de taakjes (gordijnen open doen, huisdier eten geven, tafel afruimen). Als iedereen doet wat hij/zij kan en/of leuk vindt (afhankelijk van de leeftijd van je kind bijvoorbeeld), is alles sneller klaar en wordt de start van de dag een gezamenlijke activiteit